Velen denken dat hoe hoger het intelligentiequotiënt, hoe slimmer de persoon is. Intelligentie testen waren zeer populair in de wereld aan het begin van deze eeuw. Bij ons zijn ze nog steeds populair. Er zijn verschillende boeken verschenen, en op het internet zijn veel tests voor het testen van intelligentie verschenen. In ontwikkelde landen is de populariteit van dergelijke tests echter afgenomen. En dat komt grotendeels doordat grootschalige onderzoeken hebben aangetoond dat het zogenaamde intelligentiequotiënt (IQ) een zeer relatieve ‘maatstaf’ voor de menselijke geest is.
Er wordt opgemerkt dat IQ eerder iets zegt over de snelheid van denkprocessen (de testopdrachten moeten in een beperkte tijd worden voltooid), dan over het vermogen om te denken of over originaliteit van denken. Tegelijkertijd waren er onder de grootste denkers veel 'trage denkers', zoals Albert Einstein.
Het is ook vermeldenswaard dat, zoals onderzoeken hebben aangetoond, opmerkelijke successen in de wetenschap, kunst, zakenwereld en politiek vaak worden bereikt door mensen met een laag IQ, terwijl degenen met een hoog intelligentiequotiënt weinig succes boeken en vaak hulpeloos zijn in het oplossen van alledaagse problemen.
En nog een ander interessant onderzoek. Het blijkt dat vrouwen en mannen hun intelligentiequotiënt verschillend inschatten. Dit werd gerapporteerd door wetenschappers van de Schotse universiteit in Edinburgh. Aan hun onderzoek namen 502 vrouwen en 265 mannen deel. Ze moesten ongeveer het niveau van hun IQ bepalen, evenals dat van hun ouders. Een IQ van 100 punten wordt als normaal beschouwd. Het bleek dat vrouwen zichzelf een gemiddeld IQ van 120 punten toekenden, terwijl mannen zichzelf een IQ van 127 punten toekenden.
Bovendien waren de meeste mannen ervan overtuigd dat hun IQ aanzienlijk hoger was dan dat van hun moeders, maar dat ze net zo slim waren als hun vaders. Vrouwen daarentegen gaven aan dat hun IQ lager was dan dat van hun vaders, maar gelijk aan dat van hun moeders. Op basis van deze curieuze resultaten concludeerden de auteurs van het onderzoek dat vrouwen minder vaak succesvol zijn in hun carrière, omdat ze vaak het niveau van hun eigen intelligentie onderschatten.
Er is een opvatting dat als een kind een laag intelligentiequotiënt (IQ) heeft, hij of zij talentloos en beperkt is. Maar is dat zo? Laten we het proberen te begrijpen.
Het IQ (verhouding tussen "mentale" en feitelijke leeftijd) werd voor het eerst toegepast in 1916. Het wordt aangenomen dat het IQ van een normaal ontwikkeld kind 100 is. Als het intelligentiequotiënt 120–135 bereikt, wordt het kind als getalenteerd beschouwd. Als het quotiënt boven de 160 komt, dan is het een wonderkind. We raden nieuwsgierige ouders ook aan om onze test “Is uw kind een wonderkind?” te doen.
In de jaren 1920 begonnen Amerikaanse wetenschappers een experiment. Ze identificeerden bijna 1500 hoogbegaafde kinderen (volgens IQ-tests). Ze volgden hen hun hele leven, tot op hoge leeftijd. Het bleek dat wonderkinderen na verloop van tijd steeds minder opvielen onder hun leeftijdsgenoten. De conclusie is dat de betrouwbaarheid van dergelijke tests zeer twijfelachtig is, en dat men er geen langetermijnprognoses op kan baseren of definitieve conclusies over de begaafdheid van een kind kan trekken.
Wij geloven echter dat er in feite geen niet-begaafde kinderen bestaan, en dat de mate waarin begaafdheid zich in iets openbaart, voornamelijk afhangt van de opvoeding. We raden ouders (of toekomstige ouders) aan om het interessante artikel “Montessori-methode voor natuurlijke ontwikkeling van het kind” te lezen.
Tot slot merken we op dat de standaard IQ-test tegenwoordig geleidelijk verdwijnt, omdat wetenschappers geen directe relatie hebben gevonden tussen succes in het leven en het niveau van geluk en het intelligentiequotiënt. En emotionele intelligentie (EQ) komt naar voren. Het vermogen om je emoties te beheersen wordt in de 21e eeuw het meest gewaardeerd. Lees meer hierover in ons artikel “EQ-test: Bepaal de mate van uw emotionele ontwikkeling”.