
Apen wekken al lange tijd bijzondere interesse en oprechte sympathie bij mensen. Deze speelse en tegelijkertijd uiterst intelligente dieren vertonen een breed scala aan gedrags- en intellectuele kenmerken, en elke nieuwe ontdekking van wetenschappers bevestigt alleen maar hun buitengewone aanpassingsvermogen.
Tot de orde van de primaten behoren, naast de mensapen, ongeveer 150 apensoorten: van kleine aapjes tot indrukwekkende gorilla's. Hieronder bespreken we enkele van de meest voorkomende misvattingen over het leven en gedrag van verschillende apensoorten en breiden we de feitelijke informatie uit met interessante voorbeelden en wetenschappelijke gegevens.
Alleen in bomen?
Veel mensen zijn ervan overtuigd dat alle apen hun leven uitsluitend in bomen doorbrengen. De werkelijkheid is echter veel complexer.
Sommige soorten, zoals gibbons, langoeren, colobusapen, brulapen en doodshoofdaapjes, geven inderdaad de voorkeur aan een boombewonende levensstijl en komen bijna nooit op de grond. Hun anatomie is aangepast aan het bewegen door de takken: lange ledematen en grijptstaarten (bij sommige soorten) helpen hen zich voort te bewegen tussen lianen en takken.
Er zijn ook soorten die slechts een deel van hun tijd in bomen doorbrengen. Dit geldt met name voor makaken, chimpansees en zelfs sommige lemuren (hoewel lemuren biologisch tot de halfapen behoren).
Daarnaast zijn er apen die voornamelijk op de grond leven: een duidelijk voorbeeld is de mantelbaviaan. Hun levensstijl lijkt op die van typische terrestrische zoogdieren, en in de natuur zijn ze te vinden in savannes en op rotsen, en niet alleen in dichte bosgebieden.
Het leven in bomen of op de grond hangt niet alleen af van soortkenmerken, maar ook van de omgeving. Apen in dichte jungles kiezen voor de boomlagen om gemakkelijker voedsel te vinden en roofdieren te vermijden. Terrestrische soorten gebruiken hun scherpe zicht en groepsbescherming tegen bedreigingen, omdat ze direct worden geconfronteerd met de vele gevaren van savannes of bergachtige gebieden.
Alleen bananen?
Er is een wijdverbreide overtuiging dat bananen het belangrijkste of zelfs het enige lekkernij voor alle apen zijn. In werkelijkheid is de banaan een vrucht van een gigantisch kruid (vaak ten onrechte een palm genoemd), en niet alle primaten eten deze. Het dieet van apen varieert sterk afhankelijk van de soort, de leefomgeving en zelfs individuele voorkeuren.
Sommige soorten (zoals chimpansees, kapucijnaapjes, halfapen) zijn alleseters: ze eten niet alleen fruit, maar ook insecten en kunnen zelfs kleine dieren vangen. Dit benadrukt hun hoge aanpassingsvermogen en het vermogen om hun dieet te diversifiëren indien nodig.
Er zijn ook volledig herbivore of bijna volledig plantaardige primaten. Colobusapen en langoeren voeden zich voornamelijk met bladeren, dankzij speciale aanpassingen van het spijsverteringsstelsel die helpen plantaardige vezels te verteren. Andere aapjes geven de voorkeur aan een combinatie van fruit, bladeren en insecten in gematigde verhoudingen.
In dierentuinen of reservaten komen vaak persoonlijke voorkeuren aan het licht, zelfs bij vertegenwoordigers van dezelfde soort. Natuurliefhebber Gerald Durrell schreef hierover in zijn boek “A Zoo in My Luggage”, waarin hij een groep van vijf apen beschreef die elk anders reageerden op hardgekookte eieren, sinaasappels en andere voedingsmiddelen. Dergelijke gevallen benadrukken dat de dieetgewoonten van apen niet alleen door evolutie worden gevormd, maar ook door individuele ervaringen en zelfs “voedseltrends” binnen de groep.

Chimpanseekoks: onverwacht gedrag
Lange tijd werd gedacht dat alleen mensen voedsel speciaal bewerken om het smakelijker of gemakkelijker verteerbaar te maken. Observaties van wetenschappers in de dierentuin van Madrid toonden echter een merkwaardige gewoonte bij sommige chimpansees: ze wrijven appels, wortels en citrusvruchten over rotsachtige oppervlakken in hun verblijf en likken vervolgens de ontstane puree op. Dit kan worden beschouwd als een soort “culinaire” techniek die de smaak en textuur van voedsel verbetert.
Dit gedrag kan wijzen op een complexere denkwijze bij chimpansees dan eerder werd aangenomen. Opmerkelijk is dat chimpansees hiervoor geen gereedschappen gebruiken in de volledige menselijke betekenis, maar het feit dat ze proberen de structuur van voedsel te veranderen, maakt hen uniek onder de meeste dieren.
Makaken-experimentatoren: lessen in vindingrijkheid
Kookvaardigheden en het vermogen om voedsel te verbeteren zijn niet alleen voorbehouden aan chimpansees. Wetenschappers observeerden hoe Japanse makaken per ongeluk tarwekorrels in het water lieten vallen, waardoor deze werden schoongemaakt van vuil. Nadat ze het positieve resultaat hadden opgemerkt, begonnen makaken systematisch de korrels te wassen voordat ze ze aten, en andere groepsleden namen deze vaardigheid snel over. Later begonnen ze ook andere voedingsmiddelen, zoals aardappelen, te wassen. Dit voorbeeld toont aan hoe apen in staat zijn tot sociaal leren en hoe oplettend ze zijn in hun dagelijks leven.
Japanse makaken verrassen mensen vaak met hun vindingrijkheid. In reservaten en voederplaatsen vragen sommige individuen letterlijk om voedsel: ze gaan op hun achterpoten staan en strekken hun voorpoten uit in afwachting van traktaties van bezoekers. Dit toont de flexibiliteit van hun gedrag en het vermogen om gebaren te gebruiken die geassocieerd worden met menselijke verzoeken.
Hoge intelligentie van chimpansees: experimenten en hiërarchie
Tegenwoordig worden chimpansees (inclusief gewone en dwergchimpansees) beschouwd als dieren die het dichtst bij de mens staan in termen van ontwikkeling. Wetenschappers zoals Dr. Adrian Kortlandt van de dierentuin van Amsterdam beschrijven chimpansees als: “Ze zijn geen mensen, maar ook geen dieren in de gebruikelijke zin.” Hun intelligentie en complexe sociale structuur onderscheiden chimpansees van andere zoogdieren.
In chimpanseekolonies bestaat een strikte sociale hiërarchie. Een interessant fenomeen: als een nieuw vaardigheid (bijvoorbeeld een manier om voedsel uit een speciale voederbak te halen) wordt aangeleerd door een individu van lage rang, tonen soortgenoten geen enkele aandacht. Maar als dezelfde vaardigheid wordt verworven door een alfamannetje of een hooggeplaatst individu, neemt de hele groep de nieuwigheid snel over. Dit effect werd beschreven door de Oostenrijkse zoöloog en dierpsycholoog Konrad Lorenz, die de sleutelrol van autoriteit in chimpanseegroepen benadrukte.
De Duits-Amerikaanse psycholoog Wolfgang Köhler, een van de grondleggers van de gestaltpsychologie, voerde een reeks experimenten uit met chimpansees om hun probleemoplossend vermogen te bestuderen. In één geval werd een jonge mannetjesaap geconfronteerd met de klassieke taak om een tros bananen te bereiken die aan het plafond hing. Er werd verwacht dat de aap een kist zou verschuiven en erop zou gaan staan, maar de chimpansee koos een andere weg: hij leidde de experimentator naar de plaats waar de bananen hingen en gebruikte de wetenschapper als “ladder”. Dit toont duidelijk hun vermogen aan om problemen vindingrijk op te lossen en beschikbare middelen flexibel te gebruiken.
Waarom hebben bavianen eeltknobbels?
Bezoekers van dierentuinen zijn soms verbaasd als ze bij bavianen en andere terrestrische apensoorten grote felgekleurde eeltknobbels net onder hun rug zien. Deze “zitknobbels” zijn niets anders dan een aanpassing voor comfortabel zitten op harde en scherpe oppervlakken zoals rotsen of takken. In hun natuurlijke omgeving brengen bavianen vaak tijd door op stenen richels, en zo'n “natuurlijke kussen” helpt hen blessures te voorkomen.

Dwergchimpansees (bonobo's): nieuwe inzichten
Lange tijd werden dwergchimpansees (bonobo's) aangezien voor gewone jonge chimpansees, waarbij men dacht dat ze om de een of andere reden niet “uitgroeiden” tot volwassen exemplaren. In werkelijkheid is het een aparte soort (Pan paniscus), hoewel ze uiterlijk lijken op gewone chimpansees (Pan troglodytes). Het lichaamsgewicht van bonobo's is vergelijkbaar met dat van hun “grote” verwanten: mannetjes wegen ongeveer 40 kg, vrouwtjes 30 kg.
Onderzoek heeft aangetoond dat het genetisch materiaal van bonobo's ongeveer 98% overeenkomt met dat van mensen. Sommige wetenschappers geloven dat deze apen, op basis van bepaalde gedragskenmerken en lichaamsverhoudingen, zelfs dichter bij de mens staan dan gewone chimpansees. Hun lichaamsbouw lijkt in sommige opzichten op die van Australopithecus, en hun gewoonte om op de achterpoten te lopen versterkt deze gelijkenis.
Apen en spiegels: het vermogen tot zelfherkenning
Er bestaat een mythe dat dieren zichzelf niet kunnen herkennen in een spiegel. Onderzoek toont echter aan dat sommige apen (vooral mensapen) het vermogen tot zelfherkenning vertonen. Professor Leonid Firsov uit Sint-Petersburg voerde een reeks observaties uit op de meereneilanden van Pskov, waar chimpansees, die voor het eerst een spiegel zagen, nieuwsgierigheid toonden en probeerden de aard ervan te achterhalen door “achter” het reflecterende oppervlak te kijken.
In de dierentuin van Bazel werd een chimpansee genaamd Xindra tijdens het voeren “gemarkeerd” met witte verf op haar voorhoofd. Toen ze de vlek in de spiegel zag, probeerde de aap deze te verwijderen en begon vervolgens haar uiterlijk zorgvuldig te inspecteren, inclusief haar tanden en neusgaten. Dit is een klassieke test voor zelfbewustzijn: het dier beseft dat de vlek zich op zijn eigen lichaam bevindt.
Gorilla's herkennen zichzelf in de meeste gevallen niet in spiegels, volgens verschillende experimenten, terwijl chimpansees en orang-oetans dit vermogen veel vaker tonen.
Interessant is dat naast hogere primaten, het vermogen om hun eigen reflectie te herkennen ook is vastgesteld bij tuimelaars, orka's, olifanten, eksters, raven en zelfs manta's — de eerste vissen die de spiegeltest succesvol hebben doorstaan. Verrassend zijn ook insecten: mieren blijken de enigen van hun soort te zijn die deze vaardigheid bezitten. Varkens slagen dan weer niet voor de test in de traditionele zin, maar kunnen spiegels gebruiken om voedsel te vinden. Bij andere diersoorten roepen “hun eigen kopieën” meestal agressieve reacties op, vergelijkbaar met reacties op indringers.

Apen vormen een ongelooflijk diverse groep primaten met een breed scala aan gedragsstrategieën, eetgewoonten en vormen van sociale interactie. Talrijke experimenten en observaties van wetenschappers over de hele wereld bevestigen dat veel apensoorten de kiemen van cultuur bezitten, van elkaar leren en een hoog niveau van vindingrijkheid vertonen. Observaties van deze dieren helpen ons beter de oorsprong van ons eigen gedrag en onze evolutie te begrijpen. Want, zoals Dr. Kortlandt treffend zei, chimpansees en bonobo's zijn niet zomaar “dieren”, maar ook nog geen “mensen”; ze nemen een unieke plaats in op de “evolutionaire kaart” naast ons.
Tegelijkertijd is het belangrijk te onthouden dat onze kennis over primaten blijft uitbreiden, en veel aspecten van hun leven blijven onontdekt. Moderne onderzoeksmethoden — genetisch, neurobiologisch en gedragsmatig — stellen ons in staat dieper door te dringen in de geheimen van de apenintelligentie. Zo ontdekken we niet alleen hun wereld, maar begrijpen we ook beter onze eigen plaats in de gezamenlijke evolutionaire geschiedenis.